Ongemakken voorkomen in een koolhydraatarm dieet

Koolhydraatarm eten is één van de gezondste manieren om blijvend en snel af te vallen. In het begin kan het lastig zijn om de koolhydraten te vermijden. Hierdoor kunnen zelfs lichamelijke ongemakken ontstaan, zoals hoofdpijn, vermoeidheid of een afwijkende stoelgang. Met deze tips verminder je deze ongewenste bijwerkingen waar mogelijk.

Tips tegen hoofdpijn

Veel mensen krijgen de eerste paar dagen last van hoofdpijn als ze overstappen op een koolhydraatarm dieet. Er komen namelijk afvalstoffen vrij die waren opgeslagen in je vetcellen zodra je gaat afvallen en vet verbranden. Je lever zorgt voor het verwijderen van deze afvalstoffen, maar het kan zijn dat je hoofdpijn of zelfs migraine krijgt. Hoofdpijn kan ook veroorzaakt worden door een vochttekort. Blijf genoeg water drinken of kies voor kruidenthee, zoals kamille- of sterrenmuntthee. Daarnaast kan het helpen om je hoofd leeg te maken door rust te pakken, wat makkelijke taken van je to-do list te vinken zoals internet vergelijken of lekker een stukje te gaan wandelen in de frisse buitenlucht.

Afkomen van vermoeidheid

Wanneer je net begint met koolhydraatarm eten is de kans groot dat je je de eerste dagen erg moe voelt. Dit hoort bij het 'afkicken' van koolhydraten. Koolhydraten geven namelijk snelle energie, terwijl je lichaam aan moet gaan leren om energie uit gezonde vetten te halen op het moment dat je minder koolhydraten binnenkrijgt. Dit kan zorgen voor een futloos gevoel, wat enkele dagen tot zo'n twee weken aan kan houden. Op het moment dat je lichaam heeft geleerd om energie uit vetten te halen zal deze vermoeidheid als sneeuw voor de zon verdwijnen. Er zijn een aantal dingen die je kunt doen om meer energie te krijgen. Start je dag met een kop groene thee voor een energieboost. Ook kan het zijn dat je lichaam behoefte heeft aan zout. Door 's middags een kopje bouillon te drinken krijg je die oppepper die je nodig hebt.

Problemen met de stoelgang

Om stoelgangproblemen te voorkomen is het belangrijk dat je genoeg vezels binnenkrijgt. Toch kan het voorkomen dat je een afwijkende stoelgang krijgt door het nieuwe eetpatroon. Diarree en obstipatie zijn veel voorkomende klachten wanneer je anders gaat eten dan je gewend bent. Dit komt onder andere door een andere hoeveelheid vezels en vetten die je binnenkrijgt of de vochtbalans in je lichaam. De meeste problemen met de stoelgang ontstaan door een vochttekort. Zorg dus dat je veel drinkt. Hierdoor kunnen de vezels soepel door je systeem reizen, wat werkt tegen obstipatie. Ook bij diarree is het belangrijk om voldoende vocht binnen te krijgen, omdat je extra veel vocht verliest door waterige ontlasting. Drink veel water en voeg groenten, fruit, havermout, peulvruchten en lijnzaad toe aan je dieet vanwege de vele vezels. Met de koolhydratenteller kun je zien hoeveel koolhydraten deze producten bevatten.

Nieuwsoverzicht